Latin words and expressions/V

From Gramps
Revision as of 16:07, 26 February 2020 by Chills (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search

Latin words and expressions starting with the letter V.

A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z - @ - *

v.
vidimus
v.,vso.
verso
vid.
vide


vacca
koe, (vaccineren met koepokstof)
vagabundus, vagus
zwerver
vaginarum confector
wapenschedenmaker
vagorum
zwerfster
valde
zeer
valet
is waard
valent
zijn waard
valvarius
portier, poortsluiter, poortwachter, deurwachter, huisbewaarder
varii
diverse
vascularius
kuiper
vector
voerman, koetsier, bevrachter, schipper
vedova
weduwe
vedovus
weduwnaar
vegisimo
twintigste
vel
of, ofwel
venator
jager
veneris (die-)
vrijdag
venia aetatis
meerderjarig, verklaring
venditor
verkoper, slijter, handelaar, koopman
venit
hij komt, hij kwam
vero
waar, waarachtig, echter, wettig
verso (folio)
(blad) op de keezijde
versus
naar, tegen
verus matricularius
titelvoerende koster
vesperi
's avonds
vespertina
in de avond
vespillo
lijkbidder, lijkdrager
vestifex
kleermaker
vetula
oude -, bejaarde vrouw
vestulus
oude -, bejaarde man
vetus
oud, bejaard
vexillarius
vaandeldrager, vlaggejonker, (mil.) vaandrig, kornet (aspirant officier)
vexillifer
vaandrig
vi
krachtens
viaticum
reisgeld, laatste oliesel
vibrellator
kanonnier, artillerist
vicarius (perpetuus)
pastoor, pastoorvervanger van de "persona"
vice
in plaats van
vicecomes
burggraaf
vicecomitissa
burggravin
vicecommendator
plaatsvervangend kommandeur, huiskommandeur
vicedecurio
lanspassaat, onderkorporaal
vicesimus
twintigste
vicenarius
twintigjarige, twintiger
vice pastore
plaatsvervangend pastoor
vicesimo
twintig
vicinis
buur
vico
in de wijk, - buurt, - gehucht
vicus
wijk, buurt, gehucht
vide
zie
vide librum sequentem
zie volgend boek
videatur
men zie
videbatur
hij scheen, hij leek
videlicet
te weten, namelijk
vidimus
akte, waarbij degene die haar uitvaardigt, verklaart een zekere akte te hebben gezien en in zijn verklaring de tekst van die akte opneemt, wij hebben gezien, gelegalizeerd afschrift van een oorkonde
vidua
weduwe
viduus
weduwnaar
viduam relinquens
als weduwe nalatende
viduum relinquens
als weduwnaar nalatende
viduata
(bn) weduwen
viduatum
(bn) weduwlijk
viduatus(bn) weduwnaars
{{{default}}}
viduatus, viduitas, viduitatis
weduw(naar)schap, weduwstaat
vietor
kuiper, mandenmaker
vigesimus
twintigste
viginti
twintig
vigore rubri sigilli
krachtens het rode zegel (wat toelaat te huwen zonder roepen)
villa
pachtgoed, boerderij, gehucht, dorp, winning
villica
pachteres
villicus
pachter
villicus major
meier
viminarus
mandenmaker
vir, viri
echtgenoot, man, manspersoon
virgina
maagd, ongehuwde vrouw
virginae, virineum, virgineus
(bn) maagdelijk
virginis, virgo
maagd, ongehuwde vrouw, non
virginitas, virginitatis
maagdelijkheid
virgulator
bezembinder
virguncula
juffertje, meisje
viribus exhaustus
uitgeput van krachten
virtuosus
deugdvol
vi rubris sigilli
door de kracht van het rood zegel
viscount
burggraaf
vicis litteris Rdi. Dni. pastoris in N..
gezien de brieven van de E.H. pastoor te N..
visum repertum
schriftelijk verslag, door deskundigen opgemaakt, van enig onderzoek door hen op ambtelijke of gerechtelijke last volbracht (in het bijzonder van een lijkschouwing)
vitam cum morte commutavit
heeft het leven met de dood verwisseld
vitam cum morte conjunxit
verbond het leven met de dood
vitor
mandenvlechter
vitrarius, vitriarius, vitriator, vitrficator, vitrifex
glazenmaker, glasblazer
vitrica, vitricus
kerkvader, schatbewaarder, verzorger, tweede echtgenoot van de moeder, schoonvader of -moeder, stiefvader of -moeder, notabel
vitripictor
glazenier, glasschilder
vivens
levend, die in zijn onderhoud voorziet
viverit, (dum -)
in zijn leven
vocatur
wordt genoemd
vomitus
het braken
vopiscus
overlevend tweelingkind (van wie de tweelingbroer of -zus dood is)
voti, votum
gelofte, huwelijksbelofte, verloving, zegenwens, bestemming, gerechtelijke beslissing, uitspraak
vulgo
bijgenaamd, gemeenzaam, gewoonlijk
vulgo vocatus, vulgo dictus
in de volksmond, in de volkstaal, gewoonlijk geheten